
Jeugdhulpverlening
Kinderen hebben het recht verzorgd, begeleid en opgevoed te worden. Ouders zijn hier als eerste verantwoordelijk voor. De overheid moet de rechten en verantwoordelijkheden van ouders respecteren. En ze moet passende bijstand verlenen en zorgen voor toegang tot voorzieningen en diensten voor hun kinderen, zoals kinderopvang. Als ouders (tijdelijk) niet in staat zijn om voor hun kind te zorgen, moet de overheid het kind helpen en opvangen.
Als een kind tijdelijk of voor een langere periode niet thuis kan wonen, zorgt de overheid voor alternatieve opvang. Denk aan een pleeggezin of een gezinsvervangend tehuis. Daarbij moet rekening worden gehouden met de taal, culturele achtergrond en godsdienst van het kind. Ook moet worden geluisterd naar de eigen visie, wensen en mening van het kind. Wanneer een kind uit huis is geplaatst, moet regelmatig worden gekeken of de uithuisplaatsing kan worden aangepast of beëindigd. Maar er moet natuurlijk ook rekening gehouden worden met het feit dat een kind recht heeft op stabiliteit en continuïteit in de opvoeding. Extra kwetsbare kinderen, zoals kinderen met een handicap of kinderen die uit het buitenland gevlucht zijn, hebben recht op extra bescherming.